Secundaire literatuur

Boeken
Artikels in tijdschriften
Artikels of hoofdstukken in boeken
Andere
Websites

Met dank aan Thomas Schampaert.
Bron: Schampaert, Thomas (2006). De noveau roman en Het Goudvisje van Willy Roggeman: een onwenning paar. Leuven: K.U.Leuven, Faculteit Letteren.

Er zijn een aantal secundaire werken over Willy Roggeman verschenen. Hieronder staan enkele basiswerken opgelijst. Om tijd te besparen wordt onder de titel van het secundaire werk vermeld naar welk literair werk het verwijst en wanneer dat van toepassing is, worden ook andere gelieerde secundaire werken vermeld.

Boeken

Hüsgen, Lucas, Nee, maar het gebeurt: essays. Nijmegen: Vantilt, 2003. 222p.
         Zie: Hüsgen, Lucas, “De Spijspot van het autisme”, in: Yang. 32 (1996), 176, p. 105-109.

Vos, Luk de. In[-] en ommezien: fokus op Van de Berge, Roggeman, Robberechts. Brussel: Elsevier Manteau, 1978. 31p.
         De goddelijke hagedisjes: journaal 68-69. Brussel: Manteau, 1978.
         Opus Finitum.

Wildemeersch, Georges, Willy Roggeman: een monument te harer ere. Brussel: Manteau, 1979. 45p.
         Zie: Wildemeersch, Georges, “Een monument te harer ere”, in: Nieuw Vlaams Tijdschrift. 32 (1979), 5-6, p. 402-422, p. 516-527.

 

Artikels in tijdschriften

Ackere, Jules van, “Roggeman, Wily. [Over: Free en andere jazz-essays]”, in: Boekengids. 48 (1970), 2-4, p. 109. [Lemma: 62.108]
         Free en andere jazz-essays. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1969.

Adé, Georges, “Kritiek: krisis”, in: Nieuw Vlaams tijdschrift. 31 (1978), 5, p. 415-429.
        Een gedicht 'Tweespraak in de herfst' door Maurice Gilliams: analyse en synthese. Wilrijk: UIA, 1977.

Adé, Georges, “Uit het schrijfboek van een japneus [2]. (Dyonisus absconditus)”, in: Nieuw Vlaams tijdschrift. 33 (1980), 2, p. 281-286.
         De goddelijke hagedisjes: journaal 68-69. Brussel: Manteau, 1978.

Aken, Paul van, “Dans la lignée d'Alain: Willy Roggeman” in: Septentrion, 20 (1991), 4, p. 37-39.
         Het zomers nihil. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1967.
         Homoïostase. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1971.
         Glazuur op niets. Antwerpen: Manteau, 1981.

Aken, Paul van, “Een doodgeboren kind. De barensweeën van het literaire tijdschrift 'Komma'”, in: Ons Erfdeel. 34 (1991), 4, p. 571-577.

Aken, Paul van, “Hoe concreet is het abstracte? (Of omgekeerd)”, in: Yang. 15 (1979), 86, p. 182-185.
         De goddelijke hagedisjes: journaal 68-69. Brussel: Manteau, 1978.

Baan, G.J., “Willy Roggeman: paradox van de focus”, in: Van: voorzetsel voor de meerlanden. 2 (1978), 9, p. 14-41.
         Opus Finitum.
       
  Zie: Verdaasdonk, Hugo, “'De axolotl' van Willy Roggeman”, in: Raster. (1977), 2, p. 60-64.
        
Zie: Wesselo, J.J., “Willy Roggeman: fenomenologie van de drek”, in: Literair Lustrum 2. Amsterdam, Athenaeum, 1973. p. 251-260.

Beck, Eric de, “Kreatieve essayistiek”, in: Treffer. 1 (1972), 1, p. 44.
         De ringen van de kinkhoorn. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1970.

Beekman, Klaus. “Het motto in de moderne Nederlandse literatuur”, in: Spektator 15 (1985-1986), 5 (apr 1986), p. 330-347.

Beurskens, Huub, “Als alles oppervlak is: Alef/Farao van Willy Roggeman”, in: De gids. 147 (1984), 6, p. 424-437.
         Alef/Farao: cyclus van tweemaal dertien gedichten. Schellebelle: Grijm, 1983.
         Opus Finitum.

Beurskens, Huub, “Farao en de statiese lyriek.”, in: Nieuw Vlaams Tijdschrift. 30 (1977), 3, p. 260-264.
         “5 gedichten uit ,Alef/Farao’ (1968-1969)” In: Dietsche Warande & Belfort. 121 (1976), 10, p. 746-751.
        
“Zes gedichten uit ‘Alef/Farao’ (1968-1969)” In: Nieuw Vlaams Tijdschrift. 40 (1977), 3, p. 255-259.
         Opus magnum. Gent: Grijm, 1988.

Bormans, Peter, “Een nieuwe essaybundel van Willy Roggeman”, in: Impuls. 3 (1971), 1, p. 46-48.
         De ringen van de kinkhoorn. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1970.

Borre, Roger van den, “Op glad ijs. Tegen Willy Roggemans absolutistische opvattingen omtrent de uitgave van Kafka’s nagelaten werk.”, in: Kruispunt. 28 (1988), 113, p. 157-161.
         “Nietzsche-ideeën bij Benn”, in: De ringen van de kinkhoorn. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1970. p. 47-62.
         “Kafka: existentie in guerilla met de logica”, in: Lithopedia. Brussel: Manteau, 1979. p. 71-82.

Bousset, Hugo, “Challenge van het absurde”, in: Ons erfdeel. 19 (1976), 1, p. 113-115.
         Gnomon. Amsterdam: Malperthuis, 1975.

Bousset, Hugo, “On-nederlandse auteurs”, in: Over Nederlandse literatuur nu. Peter de Boer et al. (reds.) Speciaal nr. van: Maatstaf, 39 (1991), 8-9, p. 48-63.
         Homoïostase. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1971.
         Made of words. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1972.
         Glazuur op niets. Antwerpen: Manteau, 1981.

Bousset, Hugo, “Taalkritiek en taalcreatie”, in: Yang. 17 (1982), 100-101, p. 25-44.
         Opus Finitum.

Bousset, Hugo, “Willy Roggeman: het nihilisme counteren”, in: Ons Erfdeel. 23 (1980), 2, p. 266-268.
         Lithopedia. Brussel: Manteau, 1979.
         De goddelijke hagedisjes: journaal 68-69. Brussel: Manteau, 1978.
         Opus Finitum.

Bousset, Hugo, “Willy Roggeman: jaloerse minnaar van het woord”, in: Nieuw Vlaams tijdschrift. 35 (1982), 5, p. 862-865.
         Glazuur op niets. Antwerpen: Manteau, 1981.

Brams, Koen, “Zo je wil, ik ga al (1+1 = 2+1 = 3: over 'Indras' van Willy Roggeman)” in: Restant, 16 (1988), 2, p. 173-182.
         Nardis. Gedichten 1953-1964. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1966.
         Indras. Gedichten 1966-1967. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1973.
         Opus Finitum.

Bru, Sascha, “Inleiding”, in: Yang, 36 (2000), 192, p. 535-537.
         “Trema 3 – Fractals” In: Yang. 36 (2000) 192, p. 538-561.
         Opus Finitum.
         Usque ad Finem.
         [Inleiding tot “Trema 3 – Fractals”.]

Buddingh, Cornelis, “Willy Roggeman: een essayist van formaat”, in: Schrijfkrant+ filmkrant. 1 (1965), 13, p. 4.
         Literair labo. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1965.

Catharin, Hugues, “‘Schaduw van de schutter op de diepten’. Over ‘Quatre séries fixées’ van Willy Roggeman.”, in: Yang. 23 (1987), 133, p. 120-123.
         Quatre séries fixées. Schellebelle: Grijm, 1986.

Closset, François, “Nederlandse letteren”, in: Revue des langues vivantes. 29 (1963), 5, p. 462-464.
         Het Goudvisje. Brussel: Manteau, 1962.

Devoghelaere, Edmond, “Notisie 10: De adem van de jazz door Willy Roggeman”, in: Labris. 1 (1963), 3, p. 67.
         De adem van de jazz. Zaandijk: Heijnis, 1961.

Devoghelaere, Edmond, “Notisie 9”, in: Labris. 2 (1963), 1, p. 75-76.
         Citaat uit: H.L., “Kleine Goudvisjes kunnen groot worden …”, in: Volksgazet. 13.06.1963.

Dubois, Pierre H. “Kroniek der Nederlandse letteren IV”, in: Standpunte 23 (1969-1970), (1969), 1 (= nr. 85), p. 56-62.

Geest, Dirk De, “Een gedurig vangen van vormen. Een monument voor Willy Roggeman”, in: Ons Erfdeel. 48 (2005), 2, p. 285-288.
         De gedichten 1953-2002. Antwerpen: Manteau, 2004.

Geest, Joost de, “De invloed van G. Benn op Willy Roggeman”, in: Mep. 1 (1965-1966), 16, p. 4-14.
         Yin/Yang. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1964.
         Literair labo. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1965.
         “Vier projecties in quartaire ruimte” In: Komma. 1 (1965) 3, p. 44-60.
          “Een analyse”, in: Komma. 1 (1965) 4, p. 42-54.
         “Carl Einstein: ‘Bebuquin’”, in: De onbekende twintigste eeuw. List en literatuur. Red. Pierre Dubois. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, [1965]. p. 71-89.

Gillet, Louis, “Willy Roggeman en de strijd om volwassenheid”, in: Revue des langues vivantes. 32 (1966), 5, p. 501-506.
         Het Goudvisje. Brussel: Manteau, 1962.
         Yin/Yang. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1964.
         Blues voor glazen blazers. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1965.
         Nardis. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1966.

Gils, Gust, “Brief met jazz en andere bestanddelen”, in: gard sivik. 5 (1960), 19, p. 38-41.
         Antwoord op Roggemans open brief over jazz aan Gust Gils.
         Zie ook: “Brief vol jazz voor Gils”, in: gard sivik. 4 (1959), 15-16, p. 60-67.

Gysen, René, “Van hete bronnen naar cool en blues”, in: Kunst van Nu. 2 (1965) 2, p. 14.
         Blues voor glazen blazers. ‘s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1965.

Hardy, Paul, “Kroniek: Vlaamse romans en novellen”, in: Boekengids. 41 (1963), 6, p. 201-209. [Lemma: 50.545]
         Het Goudvisje. Brussel: Manteau, 1962.

Hertmans, Stefan, “Alef/Farao: een holtestructuur. Bibliofiel. In het dubbelgelaat doorademt niemand het omen toekomst.”, in: Poëziekrant. 8 (1984), 1, p. 5-6.
         Alef/Farao: cyclus van tweemaal dertien gedichten. Schellebelle: Grijm, 1983.

Hertmans, Stefan, “Bruine pitten muziek”, in: Nieuw Vlaams tijdschrift. 34 (1981), 2, p. 239-247.
         Gnomon. Amsterdam: Malperthuis, 1975.
         Opus Finitum.

Hertmans, Stefan, “Ethiek en ethos”, in: Nieuw Vlaams tijdschrift. 33 (1980), 4, p. 571-594.
         Gnomon. Amsterdam: Malperthuis, 1975.
         De goddelijke hagedisjes: journaal 68-69. Brussel: Manteau, 1978.
         Lithopedia. Brussel: Manteau, 1979.
         Zie: Wildemeersch, Georges, Willy Roggeman: Een monument te harer ere. Brussel: Manteau, 1979.

Hertmans, Stefan, “Willy Roggeman. Jazzconserven”, in: Yang. 23 (1987), 132, p. 51.
         Jazzconserven. Ongepubliceerd. (1984-1986)

Hertmans, Stefan, “Willy Roggeman”, in: Tijdschrift Vrije Universiteit Brussel. 22 (1981), 2, p. 28-40.
         Opus Finitum.

Hofmans, R. “Roggeman, Willy. [Over: Jazzologie 140-1965]”, in: Boekengids. 45 (1967), 4, p. 172. [Lemma: 57.138]
         Jazzologie, 1940-1965. Deel 1. Brugge: De Galge, 1965.
         Jazzologie, 1940-1965. Deel II. Brugge: De Galge, 1965.

Hoor, Maarten Ten, “Roggeman, Willy. Blues voor glazen blazers. Den Haag, 1965”, in: Books abroad. 41 (1967), 3, p. 372.
         Blues voor glazen blazers. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1965.

Hunkemöller, J., “Willy Roggeman, Free en andere jazz-essays”, in: Jazzforschung/Jazz Research, 6/7 (1974/1975), [?], p. 293.
         Free en andere jazz-essays. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1969.

Hüsgen, Lucas, “De Spijspot van het autisme”, in: Yang. 32 (1996), 176, p. 105-109.
         Postumiteiten. Speciaal nr. van Yang. 32 (1996), 175.

Huys, Paul, “Roggeman, Willy. [Over: Literair labo]”, in: Boekengids. 44 (1966), 3, p. 128. [Lemma: 55.215]
         Literair labo. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1965.

Huys, Paul, “Roggeman, Willy. [Over: Lithopedia]”, in: Boekengids. 58 (1980), 8, p. 585.
         Lithopedia. Brussel: Manteau, 1979.

J.K., “Het tijdschrift waarmee ik niets wil te maken hebben”, in: Nieuw Vlaams Tijdschrift, 18 (1965), 4, p. 431.
         Blues voor glazen blazers. ‘s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1965.
         Yin/Yang. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1964.
         Zie ook: J.K. “Jong Vlaams Schrijver weigert Ark-Prijs”, in: Het Laatste Nieuws. 21.05.1965. & J.K. “Willy Roggeman weigert Arkpijs”, in: De Standaard. 24.05.1965.

Janssen, Em. “Roggeman, Willy. [Over: Homoïostase]”, in: Boekengids. 50 (1972), 4, p. 282.
         Homoïostase. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1971.

Janssens, Marcel, “Ein formaler Priapismus”, in: Dietsche warande en Belfort. 113 (1968), 5, p. 383-385.
         De axolotl. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1967.

Janssens, Marcel, “Geen Yin zonder Yang”, in: Dietsche warande en Belfort. 110 (1965), 2, p. 146-147.
         Yin/Yang. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1964.

Janssens, Marcel, “Geloofsbrieven” in: Dietsche warande en Belfort. 113 (1968), 1, p.69-70.
         5 Geloofsbrieven. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1967.

Janssens, Marcel, “Literair labo”, in: Dietsche Warande & Belfort. 111 (1966), 2, p.157-158.
         Literair labo. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1965.

Janssens, Marcel, “Made of words, in woorden geklonken”, in: Dietsche Warande en Belfort, 118 (1973), 8, p. 621-624.
         Made of words. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1972.

Jong, Martien J.G. de, “Kritische warande der kritici [III]. Enkele ‘vrije interpreten’”, in: Nieuw Vlaams Tijdschrift. 30 (1977), 2, p. 141-155.
         Yin/Yang. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1964.
         Literair labo. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1965.
         De ringen van de kinkhoorn. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1970.

Kregting, Marc, “'Beroesd door cirkel en vierkant'”, in: Dietsche Warande & Belfort, 147 (2002), 3, p. 330-341.
         “Theorema’s uit de meetkunde der veranderingen” In: Yang. 32 (175), p. 7-20. (Speciaal nr.: Postumiteiten)
         “Uit: Jazzconserven (1984-1986)” In: Yang. 32 (175), p. 83-89. (Speciaal nr.: Postumiteiten)
         Free en andere jazz-essays. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1969.
         Blues voor glazen blazers. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1965.

Kuypers, Julien, “De Arkprijs 1965”, in: Nieuw Vlaams tijdschrift. 18 (1965), 4, p. 329-333.

Lefèvre, André, “Willy Roggeman, Homoïostase, een jazz-improvisatie op woord”, in: Restant. 3 (1973), 2-3, p. 92-96.
         Homoïostase. ’s Garvenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1971.

Michiels, Ivo, “Willy Roggeman”, in: Nieuw Vlaams Tijdschrift, 18 (1965), 4, p. 333-335.
         Blues voor glazen blazers. ‘s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1965.

Moortel, Remi van de, “Kroniek van het Vlaamse proza”, in: Boekengids. 57 (1979), 6, p. 385-396.
         Gnomon. Amsterdam: Malperthuis, 1975.

Mysjkin, Hans, “Bezwaarschrift”, in: Dietsche Warande & Belfort. 141 (1996), 1, p. 135-138.

Ruyslinck, Ward, “Vlaams proza: Clem Schouwenaars en Willy Roggeman: halve prijs voor volle waarde”, in: De periscoop. 13 (1962-1963), 5, p. 3.
         Het Goudvisje. Brussel: Manteau, 1962.

Scheer, Lieve, “Het Goudvisje”, in: Dietsche Warande en Belfort, 108 (1963), [?], p. 769-770.
         Het Goudvisje. Brussel: Manteau, 1962.

Schutter, F. de, “Roggeman, Willy. [Over Nardis. Gedichten 1953-1964]”, in: Boekengids. 45 (1967), 8, p. 377. [Lemma: 57.991]
         Nardis. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1966.

Smet, Marc De, “[Willy Roggeman]”, in: Yang. 21 (1985), 124-126[1], p. 60-61.
         Nardis. Gedichten 1953-1964. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1966.
         Indras. Gedichten 1966-1967. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1973.
         Alef/Farao: cyclus van tweemaal dertien gedichten. Schellebelle: Grijm, 1983.

Speliers, Hedwig, “Heremiet van het hermetisme. Beschouwingen bij De gedichten 1953-2002 van Willy Roggeman”, in: Poëziekrant. 29 (2005), 2, p. 28-33.
         De gedichten 1953-2002. Antwerpen: Manteau, 2004.

Ten Hoor, Marten, “Willy Roggeman. Het goudvisje. Brussel. Manteau. 1962. 131 pages”, in: Books abroad. 38 (1964), 2, p. 219.
         Het Goudvisje. Brussel: Manteau, 1962.

Vanderschaeghe, Paul, “Roggeman,Willy. [Over: De Axolotl]”, in: Boekengids. 46 (1968), 5, p. 246. [Lemma: 59.220]
         De axolotl. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1967.

Vangansbeke, Julien, “Hersentjes met appelmoes”, in: Kreatief, 37 (2003),  4-5, p. 126-132.

Vanhecke, Jos, “Kroniek IV”, in: Lektuurgids. 15 (1968), 9-10, p. 268-272.
         Het zomers nihil. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1967.

Verdaasdonk, Hugo, “'De axolotl' van Willy Roggeman”, in: Raster. (1977), 2, p. 60-64.
         De axolotl. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1967.
         Opus Finitum.

Vergauwen, Robert, “Willy Roggeman: een te moeilijk auteur?”, in: Restant. 10 (1982), 1, p. 119-127.
         Opus Finitum.

Vitse, Sven. “Momentform en immanentie als creatieve methode : over de poëtica's van Willy Roggeman en Morton Feldman.” in: Freespace Nieuwzuid  6 (2006), 22, p. 50-67.

Vree, Paul de, “Artistik”, in: De periscoop. 18 (1967-1968), 4, p. 4.

         Blues voor glazen blazers. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1965.
         Jazzologie, 1940-1965. Deel 1. Brugge: De Galge, 1965.
         Jazzologie, 1940-1965. Deel II. Brugge: De Galge, 1965.
         De axolotl. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1967.

Vree, Paul de, “D. Robberechts, W. Roggeman, C. van de Berge”, in: De periscoop. 29 (1978-1979), 4, p. 3.
         De goddelijke hagedisjes: journaal 68-69. Brussel: Manteau, 1978.

Vree, Paul de, “Het andere boek”, in: De periscoop. 26 (1975-1976), 1, p. 3.
         Gnomon. Amsterdam: Malperthuis, 1975.

Vree, Paul de, “Jazz, tussen bevrijding en identiteit”, in: De periscoop. 15 (1964-1965), 8, p. 4.
           Blues voor glazen blazers. ‘s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1965.

Vree, Paul de, “Literaire indexikaliseringen Willy Roggeman - René Gysen”, in: De periscoop. 20 (1969-1970), 5, p. 3, 11.
         Free en andere jazz-essays. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1969.

Vree, Paul de, “Nogmaals opmerkelijke opstellen, studies en essays”, in: De periscoop. 30 (1979-1980), 6, p. 3.
         Lithopedia. Brussel: Manteau, 1979.
         Zie: Wildemeersch, Georges, Willy Roggeman: Een monument te harer ere. Brussel: Manteau, 1979.

Vree, Paul de, “Over de methode en littératude”, in: De periscoop. 21 (1970-1971), 4, p. 4.
         De ringen van de kinkhoorn. ’s Garvenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1970.
         “Over de methode”, in: 5 geloofsbrieven. Red. ‘Komma’: P.H. Dubois, R. Gysen, et al. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, [1967]. p. 49-68.
         “Van artistiek concretum naar wetenschappelijke hypothese” In: Over René Gysen. Red. ‘Komma’: G. Gils, P. de Wispelaere en Roggeman, W. ’s Gravenhage: Nijgh en Van          Ditmar, [1970] p. 13-16.

Vree, Paul de, “Proza kroniek: varianten op het eilandmotief”, in: De periscoop. 14 (1963-1964), 8, p. 3.
         Het Goudvisje. Brussel: Manteau, 1962.
         Yin/Yang. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1964.

Vree, Paul de, “Splinterstructuren”, in: De periscoop. 19 (1968-1969), 7, p. 3.
         Catch as catch can. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1968.

Waarsenburg, Hans van de, “Het nieuwe proza in Vlaanderen.”, in: Bzzlletin. 7 (1979), 63, p. 18-20.
      De goddelijke hagedisjes: journaal 68-69. Brussel: Manteau, 1978.

Walle, Marc Van de, “Bedenkingen bij Bedenkingen: Brief ingezonden naar aanleiding van Sascha Bru's inleiding op Willy Roggemans 'Trema 3-Fractals' in Yang 2000/4”, in: Yang, 37 (2001), 194, p. 249-257.
         Zie: Bru, Sascha, “Inleiding”, in: Yang, 36 (2000), 192, p. 535-537.
         “Trema 3 – Fractals” In: Yang. 36 (2000), 192, p. 538-561.

Walravens, Jan, “Ontgoochelende Leo J. Krijnprijzen 1962”, in: Het nieuwe boek. 1 (1963), 8, p. 351-354.
         Het Goudvisje. Brussel: Manteau, 1962.

Wesselo, J.J., “Een zanger, een spreker en een spreker/zanger”, in: Raam. 9 (1971), 74, p. 53-59.
         De ringen van de kinkhoorn. ’s Garvenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1970.

Wesselo, J.J., “Geëngageerd oordelen”, in: Raam. 11 (1973), 94, p. 20-26.
         Homoïostase. ’s Garvenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1971.
         Made of words. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1972.

Wesselo, J.J., “Het blijft allemaal onzin”, in: Raam. 12 (1974), 100, p. 1-5.
         Indras. Gedichten 1966-1967. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1973.

Wesselo, J.J., “Homoïostase: Hoogtepunt op -283”, in: Raam, 10 (1972), 81, p. 54-58.
         Homoïostase. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1971.

Wesselo, J.J., “Kritiek als kunst – vooralsnog”, in: Raam. 10 (1972), 90, p. 31-41.

Wesselo, J.J., “Kroniek 25/26. Nieuw vernieuwend proza i.”, in: Kultuurleven. 46 (1979), 6, p. 565-569.
         Een gedicht 'Tweespraak in de herfst' door Maurice Gilliams: analyse en synthese. Wilrijk: UIA, 1977.
         De goddelijke hagedisjes: journaal 68-69. Brussel: Manteau, 1978.

Wesselo, J.J., “Kroniek 28. Nieuw vernieuwend proza iv.”, in: Kultuurleven. 46 (1979), 8, p. 765-769.

Wesselo, J.J., “Kroniek 30”, in: Kultuurleven. 46 (1979), 10, p. 953-955.
         De Axolotl. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1967.
         Zie: Beurskens, Huub, Leguaan. Amsterdam: Meulenhoff, 1979.

Wesselo, J.J., “Kroniek 54”, in: Kultuurleven. 49 (1982), 7, p. 571-578.
         De goddelijke hagedisjes: journaal 68-69. Brussel: Manteau, 1978.
         Glazuur op niets. Antwerpen: Manteau, 1981.

Wesselo, J.J., “Kroniek 56”, in: Kultuurleven. 56 (1983), 2, p. 117-122.
         Zie: Bousset, Hugo, Schrijven aan een opus. Gesprekken met 9 Vlaamse auteurs. Antwerpen: Manteau, 1982.

Wesselo, J.J., “Kroniek 60”, in: Kultuurleven. 56 (1983), 6, p. 482-485.
         Het Goudvisje. Brussel: Manteau, 1962.
         Blues voor glazen blazers. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1965.

Wesselo, J.J., “Kunst als kunst – vooralsnog.”, in: Raam. 11 (1973), 95, p. 28-45.

Wesselo, J.J., “N.a.v. Gnomon van Willy Roggeman.”, in: Nieuw Vlaams Tijdschrift. 28 (1975), 10, 955-956.
         Gnomon. Amsterdam: Malperthuis, 1975.

Wesselo, J.J., “Nederlandstalig proza: kroniek 35”, in: Kultuurleven. 47 (1980), 6, p. 499-503.
         Lithopedia. Brussel: Manteau, 1979.
         Zie: Wildemeersch, Georges, Willy Roggeman: Een monument te harer ere. Brussel: Manteau, 1979.

Wesselo, J.J., “Tekens op de horizon”, in: De Vlaamse gids. 61 (1977), 3, p. 41-51.
         Gnomon. Amsterdam: Malperthuis, 1975.

Wesselo, J.J., “Zo is dat”, in: Raam. 12 (1974), 100, p. 52-56.
         Indras. Gedichten 1966-1967. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1973.

Wesselo, J.J., “Zeven vluggertjes”, in: Raam. 9 (1971), 72, p. 51-55.
         Free en andere jazz-essays. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1969.

Westerlinck, Albert, “Essayisten en critici.”, in: Dietsche Warande & Belfort. 125 (1980), 10, p. 754-758.
         Lithopedia. Brussel: Manteau, 1979.

Weverbergh, Julien, “Kanttekeningen bij een week paaslektuur”, in: Bok. 1 (1963-1964), 1, p. 12-35.
         Het Goudvisje. Brussel: Manteau, 1962.

Wildemeersch, Georges, “Een monument te harer ere”, in: Nieuw Vlaams Tijdschrift. 32 (1979), 5-6, p. 402-422, p. 516-527.
         Opus Finitum.

Wildemeersch, Georges, “Kreativiteit als litografische bezinning”, in: Kreatief. 2 (1967-1968), 1, p. 5-6.
         Het zomers nihil. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1967.

Wispelaere, Paul de, “Tussen moerbei en visgraat”, in: Komma. 1 (1965), 1, p. 3-18.
         Yin/Yang. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1964.
         Nardis. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1966.

Wispelaere, Paul de, “Willy Roggeman, Blues for glass blowers”, in: Writing in Holland and Flanders. (1965), 20, p. 27.
         Blues voor glazen blazers. ‘s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1965.

Wispelaere, Paul de, “Willy Roggeman: Blues voor glazen blazers”, in: De Vlaamse Gids, 49 (1965), 3, p. 210-214.
         Blues voor glazen blazers. ‘s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1965.
         Zie ook: Wispelaere, Paul de, “Willy Roggeman schreef nieuwe roman: Blues voor glazen blazers”, in: Het Vaderland. 12.06.1965.

Wispelaere, Paul de, “Yin/Yang. W.R. “tussen vrouwelijke aarde en creatieve geest is een dialoog met de glinstering van het leven.”, in: Kunst van Nu. 1 (1964), 6, p. 5.
         Yin/Yang. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1964.

Wispelaere, Paul de, “Yin-yang, of De esthetische realisatie van het moment”, in: Diagram. 2 (1964), 1, p. 27-34.
         Yin/Yang. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1964.

Zone, Walter, “Een plank vol poëzie”, in: Lektuurgids. 14 (1967), 5-6, p. 133-139.
         Nardis. Gedichten 1953-1964. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1966.

 

Artikels of hoofdstukken in boeken

Adé, Georges, “Dionysus absconditus” in: Uit het schrijfboek van een japneus: essays. Adé, Georges (red.) Antwerpen: Manteau, 1988. p. 30-33.
         Zie: Adé, Georges, “Uit het schrijfboek van een japneus [2]. (Dyonisus absconditus)”, in: Nieuw Vlaams tijdschrift. 33 (1980), 2, p. 281-286.

Beekman, Klaus. “Le nouveau roman comme étiquette”, in: La révolution dans les lettres: textes pour Fernand Drijkoningen. Ritter, Henriette en Schulte Nordholt, Annelies (reds.). Amsterdam: Rodopi, 1993, p. 357-368.

Beurskens, Huub, “De Japanse tuin: Brecht, Benn en engagement”, in: Schrijver zonder stoel: essays. Beurskens, Huub (red.)  Amsterdam: Meulenhoff, 1982. p. 19-37.
         Opus Finitum.

Beurskens, Huub, “Farao en de statiese lyriek”, in: Kritisch akkoord 1978. Een keuze uit in 1977 verschenen essays in Noord- en Zuidnederlandse tijdschriften. Bousset, Hugo et al. (reds.) Brussel: Manteau, 1978. p. 73-80.
         Ongewijzigd overgenomen van: Beurskens, Huub, “Farao en de statiese lyriek.”, in: Nieuw Vlaams Tijdschrift. 30 (1977), 3, p. 260-264.

Beurskens, Huub, “Farao en de statische lyriek: Egyptische gedichten van Willy Roggeman”, in: Schrijver zonder stoel: essays. Beurskens, Huub (red.) Amsterdam: Meulenhoff, 1982. p. 86-96.
         “5 gedichten uit ,Alef/Farao’ (1968-1969)” In: Dietsche Warande & Belfort. 121 (1976), 10, p. 746-751.
         “Zes gedichten uit ‘Alef/Farao’ (1968-1969)” In: Nieuw Vlaams Tijdschrift. 40 (1977), 3, p. 255-259.
         Opus magnum. Gent: Grijm, 1988.

         Meer uitgewerkte versie van: Beurskens, Huub, “Farao en de statiese lyriek.”, in: Nieuw Vlaams Tijdschrift. 30 (1977), 3, p. 260-264.

Boon, Louis Paul, “Maurice D’Haese. Laureaat van de literaire prijs “Dirk Martens””, in: Boon, Louis Paul. Het literatuur- en kunstkritische werk. IV: 3. K. Humbeeck e.a. (reds.). Antwerpen: L.P. Boon-Documentatiecentrum, 1997. p. 1311-1313. (Boon-studies, 7)
         Zie: L[ouis] P[aul] B[oon], “Maurice D’Haese. Laureaat van de literire prijs “Dirk Martens””, in: Vooruit. 04.10.1962.

Boon, Louis Paul, “Willy Roggeman. Het goudvisje”, in: Boon, Louis Paul. Het literatuur- en kunstkritische werk. IV: 3. K. Humbeeck e.a. (reds.). Antwerpen: L.P. Boon-Documentatiecentrum, 1997. p. 1323-1325. (Boon-studies, 7)
         Het Goudvisje. Brussel: Manteau, 1962.
         Zie: L[ouis] P[aul] B[oon], “Willy Roggeman. Het Goudvisje”, in: Vooruit. 25.04.1963.

Boon, Louis Paul, “Willy Roggeman. Het Goudvisje”, in: Louis Paul Boon. Het recht van vervormen. Bruinsma, Ernst en Kris Humbeek (reds.). Antwerpen: Manteau, 1999. p. 359-361. (Klassieken uit Vlaanderen, deel 7).
         Het Goudvisje. Brussel: Manteau, 1962.
         Zie: L[ouis] P[aul] B[oon], “Willy Roggeman. Het Goudvisje”, in: Vooruit. 25.04.1963.

Boontje, “[Over: Roggeman, Willy. Yin/Yang. ’s Gravenhage, Nijgh & Van Ditmar, 1964]”, in: Boontjes 1964. Boon, Louis Paul (red.). Antwerpen: Houtekiet, 1998. p. 126-128.
         “Voor de Huizinga van de Toekomst” in: Yin-Yang. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1964. p. 27-29.
         “Kat in de nacht”, in: Vooruit. 17.04.1964.

Boontje, “De blauwe ruiter”, in: Boon, Louis Paul. Het literatuur- en kunstkritische werk. IV: 2. K. Humbeeck e.a. (reds.) Antwerpen, L.P. Boon-Documentatiecentrum, 1997. p. 899-901. (Boon-studies, 6)
         Zie: Boontje, “De Blauwe Ruiter”, in: Vooruit. 12.05.1956.

Bousset, Hugo, “Komma”, in: Schreien, schrijven, schreeuwen. Drie trends in de Nederlandse prozaliteratuur. 1967-1972. Bousset, Hugo (red.) Brugge: Orion, 1973. p. 122-125.
         “Over de methode”, in: 5 geloofsbrieven. ‘Komma’: P.H. Dubois, R. Gysen, et al. (reds.) ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, [1967]. p. 49-68.
         Homoïostase. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1971
.

Bousset, Hugo, “Taalkritiek en taalcreatie. Het ‘opus’ in de hedendaagse Vlaamse prozaliteratuur”, in: Bousset, Hugo, Schrijven aan een opus. Gesprekken met 9 Vlaamse auteurs. Antwerpen: Manteau, 1982. p. 11-39.
         Zie: Bousset, Hugo, “Taalkritiek en taalcreatie”, in: Yang. 17 (1982), 100-101, p. 25-44.

Bousset, Hugo, “Willy Roggeman - Challenge van het absurde”, in: Woord en schroom. Enige trends in de Nederlandse prozaliteratuur 1973-1976. Bousset, Hugo (red.) Brugge, Orion, 1977. p. 155-159.
         Gnomon. Amsterdam: Malperthuis, 1975.

Bru, Sascha, “‘Een portie dada’. Willy Roggeman leest Willy Roggeman”, in: Onderstroom: de vergankelijkheid van het schrijverschap: verkenningen van de Vlaamse literatuur buiten beeld (1952-1968). T’Sjoen, Yves en Ludo Stijnen (reds.). Gent: Academia press, 2004. p. 57-64.
         Opus Finitum.

Bru, Sascha, “Het sublieme zwijgen van Willy Roggemans 'Opus finitum'”, in: Het sublieme, het alledaagse. Anne Marie Musschoot en Pieters, Jürgen (reds.). [Antwerpen], Vlaamse Vereniging voor Algemene en Vergelijkende Literatuurwetenschap (ALW), 2000. p. 83-98. (ALW-cahier, 22)
         Opus Finitum (1953-1976).
         Alef/Farao. Schellebelle: Grijm, 1983.
         Zie ook: Bru Sascha, Het ethos van de artisticiteit in Willy Roggemans Opus Finitum. s.l.: s.n., 2000.

Hertmans, Stefan, “Alef/Farao”, in: Oorverdovende steen: essays over literatuur. Hertmans, Stefan (red.) Antwerpen, Manteau, 1988. p. 60-73.
         Alef/Farao: cyclus van tweemaal dertien gedichten. Schellebelle: Grijm, 1983.
         Licht herwerkte en meer beschouwelijke versie van: Hertmans, Stefan, “Alef/Farao: een holtestructuur. Bibliofiel. In het dubbelgelaat doorademt niemand het omen          toekomst.”, in: Poëziekrant. 8 (1984), 1, p. 5-6.

Janssens, Marcel, “Roggeman, Willy” in: Geboekstaafd: Vlaamse prozaschrijvers na 1945. Marcel Janssens et al. (reds.). Leuven, Davidsfonds, 1988. p. 220-222. (Keurreeks, 177)

Offermans, Cyrille, “Roggeman, Willy (-Karel)”, in: De Nederlandse en Vlaamse auteurs. Van middeleeuwen tot heden met inbegrip van de Friese auteurs. Bork, G.J. van en P.J. Verkruijsse (reds.). Weesp: De Haan, 1985. p. 491.
         Opus Finitum.

Rijnsdorp, Cornelis, “Blues voor glazen blazers”, in: De moderne roman in opspraak. Kampen, Kok, [1966]. (Boeketreeks, 98). p. 101-102.
         Blues voor glazen blazers. ‘s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1965.

Wesselo, J.J., “Het universum van Willy Roggeman”, in: Vlaamse wegen: het vernieuwende proza in Vlaanderen tussen 1960 & 1980. Wesselo, J.J. (red.) Antwerpen, Manteau, 1983. p. 46-56.

Wesselo, J.J., “Willy Roggeman: fenomenologie van de drek”, in: Literair Lustrum 2. Een overzicht van vijf jaar Nederlandse literatuur 1966-1971. Fens, Kees et. al. (reds.) Amsterdam, Athenaeum, 1973. p. 251-260.
         De axolotl. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1967.
         Het zomers nihil. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1967.
         Catch as catch can. ’s Gravenhage: Nijgh en Van Ditmar, 1968.

Wildemeersch, Georges, “Willy Roggeman”, in: Kritisch lexicon van de Nederlandstalige literatuur na 1945. Ad Zuiderent et al. (reds.) Alphen aan den Rijn, Samsom, 1983. (nr. 9, februari 1983). p. 1-10; A-D.
         Opus Finitum.

Wispelaere, Paul de, “Tussen moerbei en visgraat”, in: Met kritisch oog. Wispelaere, Paul de (red.) ’s Gravenhage, Nijgh & Van Ditmar, [1967]. (Nieuwe Nijgh boeken, 13). p. 149-161.
         Zie: Wispelaere, Paul de, “Tussen moerbei en visgraat”, in: Komma. 1 (1965), 1, p. 3-18.

Wispelaere, Paul de, “Willy Roggeman: Blues voor glazen blazers”, in: Het Perzische tapijt: literaire essays en kritieken. Wispelaere, Paul de (red.) Amsterdam, De Bezige Bij, 1966. (Literaire documenten, 4). p. 83-95.
         Zie: Wispelaere, Paul de, “Willy Roggeman: Blues voor glazen blazers”, in: De Vlaamse Gids, 49 (1965), 3, p. 210-214.

 

Andere

Boeck, Filip De, “Jazz en de problematiek van het schrijven bij Willy Roggeman” Leuven, K.U.L., 1983. 96 p. (Diss. Lic. Germaanse Filologie. Ongepubliceerd).

Bru, Sascha, Het ethos van de artisticiteit in Willy Roggemans Opus Finitum. Gent: s.n., 2000. 58p. (Diss. Gespecialiseerde studies Literatuurwetenschap. Ongepubliceerd).

Doffyn, Thijs, 'Een eenatweese scheikunde' - De poëzie van Roggeman in het licht van de jazz. S.l. : s.n., 2008. 70 p. (Diss. Master in de taal- en letterkunde : Nederlands - Engels. Ongepubliceerd).

Droeshaut, Dinah, Analyse en synthese van Blues voor glazen blazers, een proza in cool van Willy Roggeman. Brussel, V.U.B., 1978. (Diss. Lic. Germaanse Filologie. Ongepubliceerd).

Raman, Annelie, Een onderzoek naar de invloed van Paul van Ostaijen op Willy Roggeman aan de hand van zijn leesmethode van de Nagelaten Gedichten. S.l.: s.n, 2008. 69p. (Diss. Master in de Vergelijkende Moderne Letterkunde. Ongepubliceerd).

Rijck, Wilfried De, In den beginne was het woord … Onderzoek naar de motieven en themata in “Het zomers nihil” van W. Roggeman. Wilrijk, U.I.A., 1977. 60 p. (Diss. Lic. Germaanse Filologie. Ongepubliceerd).

Rumst, Tim Van, Franz Kafka als leidraad. Een onderzoek naar de receptie en invloed van Franz Kafka op de poëtica en leesmethode van Willy Roggeman. Gent : s.n., 2011. 103p. (Diss. Master Vergelijkende Moderne Letterkunde. Ongepubliceerd).

Thienen, Jos Van, Het point of view in het werk van Willy Roggeman. Onderzoek van enkele krachtlijnen in Catch as catch can. Wilrijk, U.I.A., 1977. 38 p. (Diss. Lic. Germaanse Filologie. Ongepubliceerd).

Vandevoorde, Hans, Het nieuwe journaal bij Maurice Gilliams en Willy Roggeman. Gent, R.U.G., 1982. 218 p. (Diss. Lic. Germaanse Filologie. Ongepubliceerd)

Walle, Marc van de, Sisyphe se fait des muscles: thematische en formele aspecten van enkele prozawerken van Willy Roggeman. Gent, R.U.G., 1978. 224 p. (Diss. Lic. Germaanse Filologie. Ongepubliceerd).

 

Websites

Digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren. http://www.dbnl.org/auteurs/auteur.php?id=rogg004



[deze lijst is niet exhaustief]