Oerboek

‘De onderste steen: Het boek dat er nooit kwam maar altijd aanwezig is gebleven'

Symposium over het fenomeen oerboek

 

Op donderdag 19 oktober organiseert het Letterkundig Museum een symposium over het ‘Oerboek'. Oerboeken, vaak op jeugdige leeftijd geschreven, hebben de schrijver niet zelden tot nieuw werk geïnspireerd. Daarmee is het oerboek van de schrijver in een aantal gevallen de sleutel tot zijn latere werk.

 

Aanleiding voor dit symposium is de verschijning van In het midden van de reis door mijn leven van Jeroen Brouwers, dat een tekst met aanzetten, invallen en overpeinzingen, en de uiteindelijke publicatie Exelse Testamenten bevat. Met deze uitgave begint bij uitgeverij Atlas een nieuwe reeks Oerboeken, waarin oorspronkelijke manuscripten zullen verschijnen van onder anderen Cees Nooteboom, Louis Paul Boon, S. Vestdijk en A.F.Th. van der Heijden. De reeks Oerboeken - waarin eerder bij een andere uitgever Een doolhof van relaties van Hella S. Haasse is verschenen - staat onder redactie van Peter de Bruijn (Huygens Instituut), Daan Cartens en Sjoerd van Faassen (Letterkundig Museum), Lisa Kuitert (Universiteit van Amsterdam), Mirjam Rotenstreich (letterkundige), en Yves T'Sjoen (Universiteit Gent).

 

Programma Dagvoorzitter: Mirjam Rotenstreich

10.00 ontvangst met koffie

 

10.30 welkomstwoord Anton Korteweg

 

10.35 opening door Lisa Kuitert

 

10.55 Nelleke Noordervliet : De mythe van het oerboek.

Het bezit van een oerboek verhoogt de status van een schrijver. Een geur van wierook en heiligheid hangt rond het werk van een oerboekbezitter. IJverige vazallen leggen

onvermoede betekenisverbanden. Een zichzelf respecterend schrijver lijkt bijna niet

meer te kunnen zonder de mythologisering en mystificatie door een oerboek, het is een noodzakelijk onderdeel van de auteur als ‘merk'. // Nelleke Noordervliet is schrijfster en columniste.

 

11.15 Annette Portegies : Van het ene zelfbedrog in het andere. De ontstaansgeschiedenis van

Maurice Gilliams' Elias of het gevecht met de nachtegalen.

Gilliams vestigde zijn naam als romancier met Elias of het gevecht met de nachtegalen (1936). Hij kreeg echter al spoedig spijt van de publicatie van het tweede deel van deze roman, waarin hij de hoofdfiguur zelfmoord liet plegen. Met zijn uitgever sprak hij af dat het tweede deel in herdrukken nooit meer zou worden opgenomen. De kleine Elias dook later steeds opnieuw in Gilliams' oeuvre op. Het jongetje moest voortleven om te kunnen getuigen - maar waarvan eigenlijk precies? Gilliams' nooit gepubliceerde autobiografie Ontwarringen biedt een mogelijkheid om die vraag te beantwoorden. // Annette Portegies is uitgever van Querido. Zij werkt aan een proefschrift over leven en werk van Maurice Gilliams.

 

11.45 Paul van Capelleveen : De dichter als boekhouder, of: Reconstructie van een ‘Dekonstructie'.

Komrijs debuutbundel Maagdenburgse halve bollen en andere gedichten (1968) bestond voornamelijk uit gedichten van 12 regels in 3 strofen. Aan zijn debuut gingen vormexperimenten vooraf, zoals Dekonstruktie in vier delen en Mijn minnaars. Documenten in het Letterkundig Museum, waarin de jonge Komrij zijn groeiende oeuvre als een boekhouder noteerde, maken het mogelijk te achterhalen hoe Komrij zijn specifieke vorm vond. // Paul van Capelleveen is werkzaam bij de Koninklijke Bibliotheek en Museum Meermanno en is redacteur van het Jaarboek voor Nederlandse Boekgeschiedenis.

 

12.15-13.15 lunch

 

13.15 Hugo Bousset : ‘Al de delen van het ene en ondeelbare boek'. Over het oerboek van Ivo Michiels.

In het nawoord bij de vijfde aangevulde druk van Verhalen uit Journal brut (1966) heeft Michiels het over ‘al de delen van het ene en ondeelbare boek waaraan je doelbewust je hele leven, de voorbije en nog komende jaren, ondergeschikt hebt gemaakt'. En hij vraagt zich af: ‘Is het een voordeel, elke fase van dit proces reeds vooruit te kennen, reeds ieder afgerond moment ervan te hebben geconcipieerd, gerangschikt, genummerd en ook al eens opnieuw genummerd?' Van zijn twee grote romancycli, de vijfdelige De Alfa-cyclus (1963-1979) en de tiendelige reeks Journal brut (1983-2001), was toen welgeteld één roman verschenen. Het onvervaard aankondigen van veertien nog ongeschreven boekdelen, wijst op een planmatige structuur, en op een oerconcept. // Hugo Bousset is hoogleraar moderne Nederlandse literatuur aan de Katholieke Universiteit Brussel en aan de Facultés Universitaires Saint-Louis, eveneens te Brussel.

 

13.45 Arjan Peters : 'Zo is reizen geen reizen meer, maar afscheid nemen'. Het debuut van Cees Nooteboom

Een vergelijking van Philip en de anderen (1955) met Nootebooms grote roman Allerzielen (1998) laat naast de verwachte verschillen ook enkele verrassende constanten in het oeuvre zien. // Arjan Peters is redacteur en literatuurcriticus van de Volkskrant, en redacteur van het tijdschrift Tirade.

 

14.15-14.45 thee

14.45 Marita Mathijsen : Oorlog met de tijd. Harry Mulisch' worsteling met het oerboek

Al vele tientallen jaren worstelt Harry Mulisch met het boek De ontdekking van Moskou. Het is een boek waar enige van zijn beste andere boeken uit voortgekomen zijn, maar het boek zelf kan hij maar niet voltooien. Het manuscript omvat in de handgeschreven versie vele foliomappen, die uit verschillende jaren stammen. Het probleem is dat hij in dit boek zich de onmogelijke opgave stelt heden, verleden en toekomst te synchroniseren, en tegelijkertijd een soort ‘what if'-history wil schrijven. // Marita Mathijsen is hoogleraar moderne letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Zij is gespecialiseerd in de negentiende eeuw. Over Harry Mulisch stelde zij diverse boeken samen: o.a. De mythische formule en Het voorbestemde toeval. Ook bezorgde ze een editie van De Oer-Aanslag.

 

15.15 A.F.Th. van der Heijden : De papyrusrol in de hondenkennel - van oerboek tot eindboek

A.F.Th. van der Heijden zal teruggaan naar het jaar 1972, toen hij vastbesloten was zijn eerste roman te gaan schrijven - niet op losse vellen, maar op een vel papier uit één stuk. Van der Heijdens oerboek kennen we als het hier en daar al gememoreerde geschrift Kermis in de hel/ Bejaardenhuis op het Dak van de Wereld. De schrijver zal zijn oerboek bespreken tegen de achtergrond van het mythische ‘eindboek': het menselijkerwijs onmogelijk te schrijven boek waar het hele oeuvre zich op af beweegt // A.F.Th. van der Heijden werd vooral bekend vanwege zijn romancyclus De tandeloze tijd en Homo Duplex.

 

15.50 Aanbieding In het midden van de reis door mijn leven aan Jeroen Brouwers

16.15-17.45 borrel

 

Entree: € 25.

Studenten en Vrienden LM: € 15.

Inschrijving: Door overmaking van het inschrijfgeld voor17 oktober op rekeningnummer 43.06.43.853, van het Letterkundig Museum in Den Haag, onder vermelding van ‘Symposium Oerboek'. (Iban: NL40 ABNA 0430643853, BIC ABNA 0430643853)

Uw betaling geldt als bewijs van inschrijving. U ontvangt geen nader bericht.

Adresgegevens

Het Letterkundig Museum bevindt zich in het KB-gebouw, naast station Den Haag Centraal en vlakbij de uitvalswegen naar Rotterdam, Utrecht en Amsterdam.

 

bezoekadres: Prins Willem-Alexanderhof 5, Den Haag

telefoon: 070-3339666

e-mail: ` info@nlmd.nl

www.letterkundigmuseum.nl